Opdrachten: Moeilijk verstaanbaar gedrag
Hieronder staan een aantal opdrachten die gaan over het thema 'Moeilijk verstaanbaar gedrag'. Een deel van de opdrachten kun je alleen maken en een deel in groepsverband.
Opdracht: Analyseren van moeilijk verstaanbaar gedrag
Lees over factoren die een rol kunnen spelen bij het ontstaan of in stand houden van moeilijk verstaanbaar gedrag.
- Zoek een praktijkvoorbeeld van een persoon met EVB+ die moeilijk verstaanbaar gedrag laat zien (uit eigen ervaring of bijvoorbeeld op de website van het CCE).
- Analyseer het gedrag van de persoon in de context van de mogelijke oorzaken die in de tabel staan bij ‘Oorzaken van moeilijk verstaanbaar gedrag’. In welke mate denk je dat deze factoren invloed hebben op het moeilijk verstaanbaar gedrag van deze persoon?
- Stel je voor dat je een lid bent van het zorgteam voor deze persoon. Wat zou jij in ieder geval willen doen om het moeilijk verstaanbaar gedrag aan te pakken? Houd hierbij rekening met de factoren die het moeilijk verstaanbaar gedrag mogelijk veroorzaken. Beschrijf specifieke interventies, communicatiestrategieën of omgevingsaanpassingen die kunnen helpen.
- Bespreek je uitgewerkte casus met iemand anders. Bespreek de mogelijke effecten van jouw voorgestelde aanpak.
- Reflecteer op de complexiteit van het begrijpen en behandelen van moeilijk verstaanbaar gedrag bij mensen met EVB+. Wat zijn de uitdagingen en kansen?
Opdracht: Triple-C bij moeilijk verstaanbaar gedrag
Luister naar de Triple-C podcast hoe naar moeilijk verstaanbaar gedrag wordt gekeken. Beantwoord de vragen:
- Wat is de kernboodschap van Triple-C over het ontstaan van moeilijk verstaanbaar gedrag?
- Wat is de kernboodschap van Triple-C over het omgaan met moeilijk verstaanbaar gedrag?
- Welke menselijke behoeften worden genoemd bij Triple-C?
- Hoe kunnen begeleiders eraan bijdragen om deze behoeften te vervullen?
- Waarom wordt straffen niet aanbevolen volgens de Triple-C methode en wat is het alternatief?
- Hoe zou je de rol van begeleiders volgens de Triple-C methode samenvatten en waarom is deze rol belangrijk?
- Wat betekent ‘sensitief’ zijn en waarom is dit een belangrijke eigenschap voor begeleiders?
- Wat betekent de term ‘onvoorwaardelijk’ zoals deze wordt gebruikt bij Triple-C en waarom is dit belangrijk?
- Hoe lijkt het jou om te werken met de Triple-C methode?
Opdracht: Casus Priscilla
In de richtlijn ‘Probleemgedrag bij volwassenen met een verstandelijke beperking’ vind je de volgende casus:
Priscilla is een 62-jarige vrouw met een ernstige verstandelijke beperking. Zij communiceert met plaatjes, gebaren, lichaamstaal en zinnen van één lettergreep. Bij haar verzorging heeft zij hulp nodig, maar ze staat niet alle begeleiders toe aan haar lijf te komen. Priscilla verloor jong haar ouders en kwam toen in een tehuis terecht. Inmiddels heeft zij meer dan vijftig jaar ‘tehuiservaring’. Ze heeft nog één nicht die haar eens in de maand komt halen om iets leuks te doen. Over haar jeugd is weinig bekend. Duidelijk is dat Priscilla zo’n twintig jaar geleden weinig emoties uitte. Het onderscheid tussen huilen en blij was bij haar moeilijk waarneembaar. Als Priscilla iets ‘moet’ waar zij moeite mee heeft, zoals zelf haar kleding aantrekken, vertoont zij ontwijkend gedrag en/of reageert daar heftig op, zeker als het invalkrachten betreft die zij niet kent. Ze gaat dan van alles vertellen, wijzen, gebaren. Meestal onbegrijpelijk. Met rustig blijven, geduld en tijd ontdekt men soms wat zij bedoelt. Maar Priscilla kan ook heel boos worden en van alles stuk maken, kleren kapot scheuren, zich in haar hand bijten, schoppen, gillen en huilen. Begeleiders die Priscilla niet goed kennen, schrikken hier vaak van; het leek zo’n rustige en vriendelijke vrouw. Ook Priscilla zelf lijkt van haar gedrag te schrikken, meestal is ze de hele dag van slag. De begeleiders zeggen dat dit gedrag bij Priscilla hoort; ‘zo is zij nu eenmaal’. Priscilla’s nicht zegt dat het komt omdat begeleiders Priscilla overvragen en besluit op zoek te gaan naar een andere woonvoorziening voor Priscilla.
Lees bovenstaande casus en beantwoord de vragen:
- Wat zijn de belangrijkste uitdagingen en problemen waarmee Priscilla en haar begeleiders te maken hebben op basis van de beschreven casus?
- Wat zijn enkele mogelijke oorzaken van het moeilijke gedrag van Priscilla, en hoe kunnen deze oorzaken worden aangepakt?
- Wat zijn de mogelijke emotionele en psychologische gevolgen van Priscilla's gedrag voor zowel haarzelf als haar begeleiders?
- Wat zou een goede benadering kunnen zijn om met Priscilla om te gaan wanneer zij moeite heeft met bepaalde taken of situaties?
- Welke rol speelt Priscilla's nicht in haar leven, en wat zijn haar overwegingen bij het zoeken naar een andere woonvoorziening voor Priscilla?
- Wat zijn enkele mogelijke alternatieve benaderingen voor het omgaan met Priscilla's gedrag en het verbeteren van haar kwaliteit van leven binnen haar huidige woonomgeving?
- Hoe kan de communicatie tussen Priscilla, haar nicht en haar begeleiders worden verbeterd om misverstanden en frustraties te verminderen?
Opdracht: Wet zorg en dwang
Lees over ‘Wet zorg en dwang’ en maak de opdracht:
- Wat is het belangrijkste doel van de Wet zorg en dwang (Wzd) en hoe beïnvloedt deze wet de zorg voor mensen met EVB+?
- Wat betekent de uitdrukking ‘Nee, tenzij...’ in de context van de Wzd en waarom is dit een belangrijk uitgangspunt?
- Beschrijf een praktijksituatie waarbij een cliënt beperkt wordt in de bewegingsvrijheid in verband met moeilijk verstaanbaar gedrag. Welke alternatieven kan jij bedenken voor deze casus? Waarom is beperking van de bewegingsvrijheid soms toch nodig?
- Hoe kan de samenwerking tussen begeleiders, familieleden en deskundigen bijdragen aan een succesvolle uitvoering van de Wzd en het verminderen van onvrijwillige zorg?
- Lees: Wat zijn psychofarmaca? - Jellinek Wat zijn psychofarmaca? Kies een psychofarmaca uit. Het liefst eentje die je kent vanuit de praktijk. Zoek op apotheek.nl of farmacotherapeutischkompas.nl dit medicijn op. Wat valt je op over dit medicijn? Wat zijn veelvoorkomende bijwerkingen van dit medicijn? Waarom is het verminderen van het gebruik van dit medicijn wenselijk denk je?
Opdracht: Mijn spanning
1. Kijk naar een situatie waarin jij gespannen was. Hoe reageerde jij op anderen doordat jij gespannen was? Wat hielp jou om weer rustig te worden?
2. Maak een eigen signaleringsplan waarin je per spanningsniveau aangeeft wat je ervaart en hoe je hiermee om kan gaan. Gebruik vier spanningsniveaus: ontspannen (neutraal), lichte spanning (onrustig), zeer gespannen, escalatie. Beschrijf per spanningsniveau:
- Wat voel ik op dit spanningsniveau?
- Welk gedrag toon ik bij dit spanningsniveau?
- Wat kan ik zelf doen als ik minder gespannen wil zijn?
- Wat kan iemand anders voor mij doen bij dit spanningsniveau? Hoe kan je hulp vragen?
3. Als je een hartslagmeter hebt (bijvoorbeeld op een smartwatch), kun je ook de volgende opdracht uitvoeren. Doe de hartslagmeter aan tijdens een werksituatie of een situatie waarin je met anderen iets doet:
- Wanneer gaat jouw hartslag omhoog? Hoe voel je je dan?
- Waardoor gaat je hartslag weer omlaag?